Waar biologie en psychologie elkaar ontmoeten

Droevig en boos. Dat werd ik van een post van “verken je geest” die ik vorige week voorbij zag komen.  Het ging over (geciteerd) “de rol van de geest bij auto-immuunziekten”.

De onjuiste informatie in het artikel kan bij mensen die met die aandoeningen worstelen precies een extra stigmatiserende uitwerking hebben.

Ik weet nog zo goed hoe ik worstelde zelf in de beginfase van de reumatische klachten. Hoe vaak ik wel niet bij verschillende therapeuten vroeg “het is toch niet psychisch?” Waarmee ik eigenlijk bedoelde “beeld ik het me in?”. Precies die angst wordt in mijn ogen aangezet door de toon en suggesties in het artikel dat ik vorige week las.

Toen de klachten zich bij mij openbaarden wist ik nog niet hoe verweven de fysiologische en psychische processen mijn lichaam waren, hoe ze elkaar beïnvloedden.  Ik had een mooi leven opgebouwd. Een fijne man, twee kinderen, mooi werk als docent verpleegkunde. Daarbij was ik een kei in doorzetten en zorgen voor anderen.

Dat in de mens lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn had ik wel geleerd als verpleegkundige. Maar op welke manier precies en tot hoe ver de consequenties van die wisselwerking reikten was mij nog totaal onbekend. Totdat ik ziek werd en mijn zoektocht naar wat ik had en hoe dit toch kwam begon.

En dat is voor heel veel mensen zo. Om daar meer bekendheid aan te geven, en aan welk type therapie je enorm kan ondersteunen in het verbeteren van de kwaliteit van je leven, daar voel ik een sterke missie. Dat is 1 van de drijfveren voor mijn praktijk, het werk dat ik doe.

Wanneer er dan een artikel verschijnt waar men zegt dat auto-immuunziekten een mysterie blijven voor de wetenschap wil ik het wel van de daken schreeuwen hoe achterhaald dat nieuws is. Het is onvolledig en deels onwaar.
Ze stellen dat er wel “een theorie” zou zijn dat deze ziekten veroorzaakt worden door mentale problemen zoals depressies (bijna de letterlijke woorden uit de inleidende post boven het artikel).

Nu is het natuurlijk veel makkelijker commentaar leveren dan zelf een nieuw artikel schrijven maar het onderwerp is waar mijn werk over gaat. Dus als je wilt lezen hoe het écht zit lees dan gerust hieronder door.

Het is in Nederland helaas nog niet algemeen bekend, dat klopt, maar zo’n mysterie is de wisselwerking tussen psyche en fysiologie niet meer. Er zijn gedegen onderzoeken waaruit onomstotelijk is bewezen dat de effecten van trauma veel verder gaan dan “alleen psychologische” symptomen.

Ik heb het dan over de ACE-studies. Oftewel Adverse Childhood Experiences. In Nederlands; lange termijn effecten van ernstige tegenslagen, moeilijkheden in de kinderjaren (Nakazawa, 2015) (Burke Harris, 2018).

We hebben het niet over de verzamelnaam “psyche”, maar over verstoringen in het centraal zenuwstelsel, in onze biologie. Het gaat over hoe het brein zich ontwikkeld in de kindertijd. Met alle psychologische en biologische gevolgen die erbij komen kijken.

Met nadruk wil ik zeggen (net als Nakazawa, 2015)  dat het niet gaat om een beschuldiging naar ouders of verzorgers, maar puur over een constatering van wat er in onze ontwikkeling fysiek en psychisch gebeurt wanneer er dergelijke indringende tegenslagen waren. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan opgroeien in een omgeving waar regelmatig huiselijk geweld is, het verlies van een ouder door scheiding of overlijden, opgroeien bij een ouder met psychische problemen of verslavingen. Voor de volledige lijst van ACE’s zie Nakazawa, 2015 en/of Harris, 2018.

Deze ervaringen beïnvloeden de manier waarop ons zenuwstelsel en ons immuunsysteem werkt. Het beïnvloedt je genetische blauwdruk. Het verandert de fysiologie, dus hoe je cellen functioneren. Om je een idee te geven waar dat over gaat; de processen in je lijf die te maken hebben met je stofwisseling, je bloeddruk, je hormoonhuishouding, je hartslag, je temperatuur en je spijsvertering en je afweersysteem. Om er maar een paar te noemen. Het is dus wel degelijk bekend dat bepaalde traumatische gebeurtenissen de bio-chemische processen in ons lijf beïnvloeden. Met op latere leeftijd een hogere prevalentie van hartziekten, kanker, auto-immuunziekten, fibromyalgie en depressie tot gevolg.

Voor mij was het een enorme opluchting toen ik van goede therapeuten en door intensieve zelfstudie (en later mijn opleidingen) leerde dat wat er in mijn lijf gebeurt volledig logisch is.
Dat het een reactie is op langdurige aanhoudende stress in mijn systeem. Dat elke cel in mijn lijf zijn eigen weg zocht hiermee om te gaan. Dat ik de pijn niet inbeeldde. Dat die echt was en voortkwam uit een zeer diepe samentrekking in mijn spieren en organen.

Ik zat vooral niet te wachten op een artikel dat wederom de suggestie wekte dat het maar een beetje raar, vaag en waarschijnlijk psychisch is wat ik ervoer.

Tot slot het goede nieuws: er zijn wegen die leiden naar meer herstel, naar het behapbaar en rustig houden van je klachten. En dat lukt niet door simpelweg positiever te denken. Doorzetten, schouder eronder, positief blijven is juist wat mensen met dergelijke klachten vaak al zo lange tijd gedaan hebben.

Het vraagt een andere insteek wanneer het gaat om het verlichten van het lijden dat je ervaart in zo’n situatie.
De oplossing zit in het weer in balans krijgen van je Centrale Zenuwstelsel. En dat lukt niet met praten alleen, maar vraagt een lichaamsgerichte, holistische benadering. En voor mij persoonlijk was het een enorme opluchting om te werken met een gedegen therapeut die zelf ervaring had op dit terrein. Ik kon het verschil namelijk voelen, in het begrijpen en aanvoelen van waar ik me bevond.

Wil je er meer over weten neem dan gerust contact met me op. Ook kan ik je de boeken van Peter Levine en de twee boeken uit de afbeelding hierbij aanraden. Dit zijn ook de bronnen die ik gebruikt heb om dit stuk te kunnen schrijven